Blog

Naamsverandering

Zoals dat zo vaak gaat, veranderen inzichten met de tijd. Nu we al weer een tijdje bezig zijn als bedrijf (helaas brutaal onderbroken door Covid en de daaropvolgende maatregelen) zijn er momenten van reflectie. En daarbij kwamen we tot de conclusie dat de naam niet weergaf wat wij kunnen en willen. Daarom presenteren we met trots onze nieuwe naam: bureau DE SWART, management, advies en onderzoek. Meer aandacht voor management en advies, iets minder voor onderzoek. Dat laatste was wel even slikken voor Erik. Maar de werkelijkheid is dat , hoewel Erik zeer goed is in onderzoek en alles wat er mee te maken heeft, zijn talenten pas echt goed tot uiting komen als hij bezig is om mensen en organisaties op een hoger plan te brengen.

Wat niet veranderd is, is onze passie, kunde en integriteit. Kwaliteiten waarmee we de huidige Coronacrisis het hoofd kunnen bieden. De uitdagingen die deze tijden met zich meebrengen, geven ons de mogelijkheid om creatieve oplossingen te bedenken en nieuwe wegen te bewandelen.

We hebben allemaal nieuwe plannen om ons bedrijf weer een stukje voorwaarts te laten bewegen. We gaan ons nu met name richten op de verdere ontwikkeling van de poten Advies en Management. Onderzoek is en blijft een groot onderdeel van ons bedrijf maar was al wat volwassener. Binnenkort zullen de resultaten van onze inspanningen op de site te vinden zijn

Thuisonderwijs: wat vonden de ouders ervan?

Wij deden een onderzoek: meeste ouders positief over thuisonderwijs, weinig angst voor leerachterstanden

Het overgrote deel van de gezinnen, namelijk zo’n tachtig procent, kan het thuisonderwijs goed aan. Dat blijkt uit een enquête van De Swart Onderzoek en Advies onder ouders van verschillende basisscholen in Friesland. Driekwart van de ouders geeft bovendien aan dat het geven van thuisonderwijs hen goed afgaat. De waardering van het beroep van docent is toegenomen onder ruim de helft van de ouders die thuisonderwijs verzorgen. Het onderzoek biedt aanknopingspunten voor de toekomst van het onderwijs, thuis en op school.

Tweederde ouders niet bezorgd over niveau kinderen

Terwijl scholen en overheid vaak bezorgdheid uiten over het ontstaan van achterstanden bij kinderen in het basisonderwijs door het thuisonderwijs, zijn ouders hier zelf minder ongerust over. Slechts 32% van de ouders geven in het onderzoek aan bezorgd te zijn over een niveaudaling van hun kinderen. Tweederde is niet bezorgd en zelfs 44% helemaal niet bezorgd. Onder hoogopgeleide ouders is dat zelfs ruim meer dan de helft. Opvallend is dat ouders die gedurende de coronacrisis (verplicht) thuis zijn geweest, minder ongerust tonen dan ouders die buitenshuis bleven werken.

Aanknopingspunten voor toekomst van het onderwijs

De meeste ouders (75%) geven aan dat het thuisonderwijs hen goed afgaat en dat ze de lesstof voldoende beheersen om hun kinderen te begeleiden. Er is zelfs een aanzienlijke groep ouders, zo’n 15%, die in te toekomst thuisonderwijs zou willen blijven geven, ongeacht hun werksituatie. ‘Dit is opvallend, aangezien de maatschappij geheel is ingericht op onderwijs binnen de muren van de school’, aldus Erik de Swart, een van de onderzoekers.

Ouders kunnen thuisonderwijs aan

Dat ouders het thuisonderwijs goed hebben opgepakt, zien de onderzoekers ook terug in andere cijfers: zo’n 80% van de ouders zegt dat het gezin de situatie met thuisonderwijs goed aankan. De rest van de ouders, ongeveer één vijfde, bespeurde negatieve gevolgen bij de kinderen. Deze ouders vonden ook dat zij en het gezin last hadden van het thuisonderwijs. Natuurlijk moet hiernaar goed gekeken worden, maar het is zeker een opsteker voor alle ouders en scholen dat de ruime meerderheid de afgelopen weken tot een succes heeft weten te maken.

Ouders zeer tevreden over aanpak door basisscholen

Tenslotte zijn ouders over het algemeen zeer tevreden over de manier waarop scholen het thuisonderwijs hebben opgepakt. Scholen krijgen hiervoor een 8,1 als rapportcijfer van de ouders. Communicatie, digitale leermiddelen, oplossen van problemen, ondersteuning, scholen hebben dit blijkbaar goed opgepakt. En hoewel docenten licht lager scoren (8.0), is de waardering voor het vak van docent toegenomen bij ruim 50% van de ouders.

Lessen voor de toekomst van het onderwijs

Erik de Swart, een van de onderzoekers, ziet aanknopingspunten voor nieuw beleid in de toekomst: ‘Veel ouders en kinderen hebben het thuisonderwijs positief ervaren, zo blijkt uit de cijfers en uit de toelichtingen van ouders: kinderen vinden het thuisonderwijs prettig. Ook veel ouders vonden het waardevol en leuk. Misschien kunnen we het onderwijs ook in de toekomst anders inrichten, bijvoorbeeld met combinaties van onderwijs thuis en op school.’

Netwerken, oftewel, Hoe een koe een haas vangt

De titel van dit stuk had ook kunnen zijn: Een nieuw bedrijf opstarten: een zaak van lange adem. Of, Een nieuw bedrijf, praten, praten, praten. Er zijn veel titels die beschrijven wat we allemaal tegenkomen bij het opstarten van ons bedrijf. Onze belangrijkste ontdekking? Discipline. Elke dag ‘vergaderen’, een planning opstellen en brainstormen. Dit houdt ons bij de les, voorkomt dat er dingen van de agenda verdwijnen, dwingt tot samenwerken en blijkt tot heel vruchtbare ideeën te leiden.

We weten dat we een goed product hebben maar het aan de man brengen daarvan is nog niet altijd eenvoudig. We maken veel uren en springen regelmatig in het diepe. We bedenken nieuwe strategieën en worden steeds professioneler. En we spreken veel mensen. Want hoewel we dromen van grote opdrachten die als gebraden kippen binnenvliegen, de werkelijkheid is dat wij ons nog moeten positioneren binnen onze sector. Netwerken dus.

En netwerkgesprekken zijn iedere keer weer anders. We bereiden ons voor, we lezen websites en andere informatie. Maar hoe een gesprek zal gaan lopen, blijft iedere keer weer een verrassing. Het gaat ons niet alleen om het verkopen van ons bedrijf. We willen ook heel graag weten wat er speelt in de (zeer) diverse werkvelden van onze potentiele klanten. Wat dat betreft komen we op vele verschillende plekken. Alles kan onderzocht worden! Welzijnswerk, dorpsvisies, burgerinitiatieven, commerciële bedrijven, leefbaarheid, ga zo maar door.

De onverwachte wendingen die netwerken neemt, brengt ons in contact met mensen en instanties waarvan we soms het bestaan niet vermoedden. Op, met name lokale, bijeenkomsten, komen we interessante mensen tegen, vanuit oude contacten ontstaan weer nieuwe en LinkedIn geeft ook goede ingangen. Veelbelovende contacten blijken dat niet altijd te zijn maar leiden vaak wel tot nieuwe, die tot onze verrassing wél interessant voor ons zijn. Het (wederzijds) enthousiasme van onze gesprekspartners is aanstekelijk. Er zijn zoveel mensen die met hart en ziel bezig zijn om de wereld een stukje beter te maken. Met elkaar meedenken, analyseren van problemen en mogelijkheden, aanbieden van onze expertise, het geeft ons de energie om door te gaan.

Zo stilletjes aan hebben we toch al weer een aanzienlijke database (Rolodex!) van interessante mensen en bedrijven opgebouwd. We zijn nog maar kort bezig maar de haas hangt bijna aan de hengel.

Herfst en dwarrelende cijfers: begrotingen, gemeentes en BBV-indicatoren

De herfst heeft zijn intrede gedaan, de bossen staan vol met paddenstoelen en de handschoenen gaan weer aan. Het is ook de tijd van het jaar dat onze gemeenten en mass hun begrotingen voor aankomend jaar publiceren. Een drukke tijd voor veel ambtenaren. Zoals het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voorschrijft, moet de begroting worden voorzien van een lijst met verplichte BBV indicatoren: ‘Deze indicatoren dragen bij aan het beleidsmatiger maken van begroting en jaarverslag. Raadsleden kunnen zich zo op de belangrijke momenten in een beleidscyclus een beeld vormen over de behaalde en te behalen beleidsresultaten. Omdat het wenselijk is de resultaten van gemeenten onderling te kunnen vergelijken, is in de Regeling beleidsindicatoren gemeenten een uniforme lijst van beleidsindicatoren vastgesteld.’

Efficiëntie, transparantie, duidelijkheid en uniformiteit dus. Een mooi streven, het gaat tenslotte om gemeenschapsgeld. Echter, de manier waarop gemeenten en raad omgaan met deze indicatoren is zeer verschillend en bij veel gemeenten is dit een verplicht nummertje. Met een dito resultaat.

Dit kan natuurlijk beter. In plaats van een droog rijtje getallen, kan de BBV indicatorenset eenvoudig in context geplaatst worden, zodat de uitkomsten beter geduid kunnen worden en beleid beter onderbouwd kan worden. Zo kan men bijvoorbeeld gebruik maken van de website waarstaatjegemeente.nl om de trends achter de getallen zichtbaar te maken.

Een andere oplossing is het opstellen van een eigen indicatorenset (met maatschappelijk effect). Meerdere gemeentes gebruiken al jaren hun eigen set. Dit heeft natuurlijk als groot voordeel dat er maatwerk geleverd wordt, en de relevantie en toepasbaarheid van het eindrapport sterk vergroot wordt.

Het is zonde om tijd en geld te steken in rapporten die niet doen waarvoor ze bedoeld zijn. De onvrede hierover is een van de redenen waarom wij De Swart Onderzoek en Advies zijn begonnen. Wat wij willen is door maatwerk meer efficiëntie en effect. Hopelijk dat we met onze ruim 10 jaar ervaring binnen de gemeente met financiën, bedrijfsvoering en onderzoek in de toekomst gemeenten kunnen bijstaan om dit te bereiken.

Maar eerst gaan we nu het bos in . Het schijnt een prachtig paddenstoelenjaar te zijn.

Terug naar boven